Crepidula fornicata (Linnaeus, 1758) Muiltje
Kenmerken | Schelp ovaal, vormt vaak kettingen van individuen. |
---|---|
Kleur | Geelbruin tot roze met vlekken en strepen. |
Voorkomen | Oosterschelde en Grevelingen op rustige plaatsen. |
Voedsel | Plankton. |
Voortplanting | Proterandrisch hermafrodiet, het muiltje verandert tijdens het leven van geslacht. |
Grootte | Schelplengte tot 5 cm. |
Muiltjes beginnen hun leven mannelijk en leven dan solitair. Na verloop van tijd gaan ze op zoek naar soortgenoten en gaan boven op de schelp van een ander individu zitten. Zo worden hele kettingen gevormd, het grootste onderste dier is een vrouwtje, het kleinste bovenste dier een mannetje. De dieren er tussen zijn in verschillende mate hermafrodiet.
Het muiltje leeft vastgehecht op een harde ondergrond en is vaak te vinden in mosselbanken en oesterbedden.